Het klimaat,
vijftig jaar later: een min of meer hoopgevend bericht uit 2069
Loopt het wel zo mis met het klimaat als het lijkt?
Wetenschapsredacteur Maarten Keulemans blikt terug vanuit het jaar 2069 – en
ontdekt iets vreemds.
Het is achteraf
misschien moeilijk voor te stellen, maar rond 2020 dachten veel mensen dat de
wereld zou vergaan. Nieuwssites stonden vol onheilspellende berichten over het
veranderende klimaat, in de boekwinkels lagen boeken met titels als Onze
onbewoonbare planeet en op straat demonstreerden zelfs de
schoolkinderen, met oogluikende toestemming van veel ouders en scholen.
Begrijpelijk ook wel.
Vanaf ongeveer 1975 begonnen de broeikasgassen die de mens al sinds de 19de
eeuw uitstoot steeds duidelijker door te werken in het systeem aarde. Plots
trok de wereldtemperatuur aan, naar één volle graad warmer rond 2020. En overal
begon men de gevolgen te merken. Smeltende ijsmassa’s aan de randen van
Antarctica en Groenland, een vervaarlijk krimpende noordelijke poolkap – de
noordelijke ijszee had in die dagen nog permanent ijs – en in de meer
zuidelijke streken hittegolven, orkanen en bosbranden. Nog even, en ‘grote
delen van de planeet raken onleefbaar’, zoals een in die dagen populaire
activiste genaamd Marjan Minnesma stelde.
Intussen liep het
klimaatbeleid vast. Waar het de internationale gemeenschap in de jaren tachtig
van de vorige eeuw nog tamelijk soepel was gelukt ozonlaag afbrekende
drijfgassen uit te bannen, bleek het tegengaan van broeikasgassen een paar
bruggen te ver. ‘Bakken geld hebben we geïnvesteerd, maar de werkelijkheid is
dat de CO2-uitstoot onverminderd voortgaat’, verzuchtte Oxford-hoogleraar Dieter Helm in 2018, ruim een kwart eeuw na het
klimaatakkoord van Rio de Janeiro, ’s werelds eerste internationale
klimaatverdrag.
Eind 2015 was er een
sprankje hoop, toen 197 landen in Parijs in een allang weer vergeten
klimaatakkoord beloofden de opwarming te beperken tot anderhalve graad, en
echt, echt, écht onder de 2 graden te blijven. Maar binnen enkele jaren was die
belofte alweer verwaterd. Haast geen land slaagde erin de uitstoot genoeg te
matigen, in grote landen als Brazilië en de toenmalige Verenigde Staten kwamen
leiders aan de macht die uit de afspraken stapten, en naties als China en India
klaagden dat het Westen de miljarden aan klimaatsteun die het in Parijs had
toegezegd maar niet leverde.
In Nederland gingen
aanvankelijk nog stemmen op om voorop te lopen in het tegengaan van CO2.
Totdat het kabinet Dijkhoff-I, onder druk van coalitiepartner Thierry Baudet,
besloot de klimaatmaatregelen af te zwakken. ‘Het is niet mijn akkoord, ik ga
het niet letterlijk uitvoeren’, had Dijkhoff begin 2019 al gezegd.
Zo betraden we de
jaren 2020 in zak en as, terwijl de CO2-uitstoot maar bleef stijgen
en de wereldtemperatuur record na record boekte. Op uw interface kunt u de
filmpjes terugzien van wat er in dat decennium zoal gebeurde: de
superhittegolven van 2023 en 2025, orkaan Nigel die Charleston verwoestte,
orkaan Gavin die over het Witte Huis trok en natuurlijk de vele hittedoden
tijdens de bedevaart in Mekka in 2027.
‘Het is, ik beloof
het, erger dan je denkt’, schreef milieujournalist David Wallace-Wells in een essay dat in die dagen als een lopend vuurtje rondging over het datanet.
‘Als je ongerustheid over de opwarming van de aarde zich nog beperkt tot angst
voor zeespiegelstijging, heb je niet half een idee van de verschrikkingen die
mogelijk zijn.’
Terwijl wie goed
luisterde, ook een ander geluid kon horen. ‘Over de gehele linie verloopt de
energietransitie fantastisch en in voortdurende versnelling’, zei
milieuwetenschapper Amory Lovins van het Rocky Mountain Institute
opgetogen in een interview. Dat was nota bene in 2018, midden in de eerste ambtstermijn van president
Donald Trump de Eerste.
Alleen ónze generatie kan het klimaat redden
‘Het is veel erger dan je denkt', zegt klimaat-journalist David Wallace-Wells in dit interview. ‘Jij gaat minder vliegen? Prima, maar de wereld red je er echt niet mee.’
‘Het is veel erger dan je denkt', zegt klimaat-journalist David Wallace-Wells in dit interview. ‘Jij gaat minder vliegen? Prima, maar de wereld red je er echt niet mee.’
Groene omslag
Zo waren er de
micro-initiatieven.
Al ruim vóór 2020
begonnen steeds meer steden, provincies, bedrijven en regio’s hun eigen
klimaatbeloften in te dienen, op informeel ingerichte websites zoals de
Non-state actor zone for climate action (NAZCA) van de VN, de Under2 Coalition
voor regio’s, het Global Covenant of Mayors voor stadsbesturen en de Carbon Neutrality Coalition voor landen. Toen de
internationale klimaatafspraken instortten, waren het deze kleintjes die overbleven, met al hun plannen voor auto-arme binnensteden,
zuinige straatlampen, innovatieve riolen, groene daken en duurzame
bedrijfspanden.
En dat maakte uit. Ouderen herinneren zich misschien nog de spontane straatfeesten die
uitbraken toen Utrecht als eerste grote Nederlandse stad klimaatneutraal werd, amper een
week later gevolgd door Gelderland als eerste klimaatneutrale provincie. Of
neem Donald Trump I, die in 2020 uit de internationale klimaatafspraken stapte.
Achter zijn rug om ging de groene omslag gewoon door: staten als Californië, Connecticut en New Jersey deden hun eigen
klimaatbeloften, in Indiana en Colorado besloten energiebedrijven uit eigener
beweging kolencentrales vervroegd te sluiten en te vervangen door duizenden
megawatt aan wind- en zonne-energie, en multinationals als Facebook en Pepsi
namen maatregelen om geen molecuul broeikasgas meer aan de dampkring toe te
voegen. In Californië riep toenmalig gouverneur Jerry Brown in 2018 zelfs doodleuk een eigen klimaattop bijeen: een soort inzamelingsactie, waar
bedrijven en plaatselijke besturen publiekelijk hun klimaatbeloftes kwamen
verkondigen.
Voor een belangrijk
deel werd de lente aangeblazen door oude, economische wetten. Rond 2020
begonnen de prijzen van windturbines en vooral zonnepanelen sterk te dalen. De
prijs van fossiele energie ging juist omhoog: het internationaal
energieagentschap (IAE) had al in 2018 gewaarschuwd dat de vraag naar
olie sterk zou stijgen, terwijl het oppompen ervan juist achterbleef. Nu fossiel eenmaal in de
beklaagdenbank stond, waren er domweg minder investeerders die de immense
langetermijninvesteringen in olieprojecten nog aandurfden.
Ook Koning Steenkool
begon te wankelen. Historisch was bijvoorbeeld vrijdag de 21ste april 2017,
toen Groot-Brittannië voor het eerst sinds het begin van de industriële
revolutie een heel etmaal lang geen steenkolen verstookte. Dat markeerde de trend: steeds meer
sluitende kolencentrales in westerse landen, industrieën die overschakelden op
gas, jaar na jaar minder steenkool uit de mijn. ‘Overal ter wereld is kolen op
weg naar de uitgang’, signaleerde een onafhankelijke analyse al in 2017.
Tegelijk waren er de
innovaties. Achteraf is het vreemd om je voor te stellen, maar destijds waren
zonnecellen nog stijve, zwarte panelen die men op het dak schroefde. Zoals
iedereen weet die weleens een emmer zonnecelpasta bij de bouwmarkt heeft gekocht: vandaag is dat wel anders. Of neem de zonnestroom opwekkende metaalcoating waarmee tegenwoordig haast alle auto’s, treinen, rails,
verkeersborden en vangrails zijn bewerkt, de zonnedakpannen op uw dak of
de zonneramen waardoor u naar buiten kijkt. Rond 2020 was het allemaal nog in
ontwikkeling.
Een stomende, grijze,
aan olie en steenkool verslaafde wereld moet het zijn geweest. Grafeenbatterijen, lithium-air-accu’s en zelfs siliciumbatterijen had men nog niet, zodat men uit wind en zon opgewekte stroom niet eens kon opslaan. Schepen
voeren nog op stookolie in plaats van op microkernreactors en
stroomvoorzienende skoonboxen. En omdat er nog geen betrouwbaar
Europees netwerk van hogesnelheidslijnen bestond en zelfs de hyperloop nog in
ontwikkeling was, was men voor vervoer aangewezen op benzineauto’s en
vliegtuigen op kerosine.
Ook de velden met
metershoog, wuivend oliezaad en olifantsgras in Frankrijk en Duitsland bestonden
nog niet; de Tweede Groene Revolutie moest immers nog beginnen. Begin jaren
twintig was men er weliswaar in geslaagd om met genetische modificatie gewassen
te maken zoals supersnel groeiend oliezaad, snelgroeiend tarwe en
zoutwaterbestendige rijst, maar in Europa aarzelde men nog om ze toe te passen. Het is aan de
overtuigingskracht van oud-eurocommissaris voor klimaatzaken Jesse Klaver te
danken dat Europa eind jaren twintig eindelijk zijn knellende beperkingen op
genetische manipulatie afzwakte en de biotechnologie omarmde. Met als gevolg
een revolutie in biobrandstof en bioplastics in Europa,
een voedingsrevolutie in Afrika en Azië, en in landen als Frankrijk en
Duitsland programma’s waarbij de overheid vrijkomende akkers terugkocht om te
laten verwilderen.
Ook de Grote
Ontdiering hielp mee. Vanaf ongeveer 2025 werden vleesvervangers en kunstvlees
zo smakelijk en goedkoop, dat het ontdieren voor het eerst oversloeg van een
tamelijk select gezelschap idealisten (‘vegetariërs’, noemden die zich
destijds) naar de massa. Met als gevolg: slinkende veestapels, nog meer vrije
landbouwgrond, drastisch minder mest en minder broeikasgassen zoals methaan en
lachgas.
Oosten
Maar de grote klapper
kwam uit het oosten. Daar was vooral China al jaren de belangrijkste aanjager
van de almaar groeiende mondiale uitstoot van broeikasgassen. Maar dat was voor
de smogrampen van de jaren twintig en de grote stormvloed van Guangzhou (900
duizend doden) en die van Mumbai (1,1 miljoen doden). China en India reageerden
met enorme programma’s voor versnelde aanleg van kerncentrales, reusachtige wind- en zonneparken en grote herbebossingsprojecten. Onder
meer de megazonneparken van Zuid-China, herkenbaar vanuit de ruimte als
reusachtige bloemen en pandaberen, zijn in deze periode ontstaan.
Vanaf ongeveer 2035
begonnen in Afrika en Azië bovendien de eerste tekenen zichtbaar te worden van
de grote depopulatie. In 2020 dachten veel experts nog dat de bevolking van
Afrika zou verdubbelen, tot zo’n 2,6 miljard inwoners in 2050. Maar ze hadden
buiten Sigrid Kaag gerekend, de visionaire D66’er en oud-minister die na de
kabinetten Dijkhoff-1 en -2 aantrad als speciaal VN-klimaatgezant voor Afrika.
In haar memoires Hoe de vrouwen de wereld redden brengt Kaag
in herinnering hoe ze het klimaat verbond met ontwikkelingshulp. Zo ging ze
ertoe over om miljarden dollars klimaatgeld in te zetten voor toiletten in
India, kookstellen en waterleidingen in Afrika en vrouwenscholen in arme
landbouwgebieden.
Stuk voor stuk
meesterzetten, weten we achteraf. Door de kookstellen en de waterleidingen
hoefden vrouwen geen hout meer te sprokkelen en water te halen en hielden ze
tijd over voor onderwijs en betaald werk. Bovendien bleven de bossen rondom
dorpen gespaard, wat weer hielp tegen verwoestijning, erosie en het verval van
biodiversiteit. Door de toiletten hoefden vrouwen niet meer alleen het veld in,
met als gevolg minder verkrachtingen en ongewenste zwangerschappen, maar ook
een schoner milieu.
Gecombineerd met de
vrouwenscholen ontstond er in het zuiden zo voor het eerst een generatie
geletterde, werkende vrouwen, met onmiddellijk positief effect op de welvaart
en de volksgezondheid. Waarna prompt gebeurde wat er al eerder in Europa en de
snel moderniserende landen in Azië was gebeurd. Het aantal kinderen per gezin
slonk, omdat werkende vrouwen pas op latere leeftijd kinderen krijgen, minder
tijd hebben, en hun kinderen niet meer nodig hebben als oudedagsvoorziening.
In Afrika viel het
geboortecijfer naar beneden van 5 kinderen per gezin in 2020 naar minder dan 2
in 2050; in India ging het kindertal van 2,3 in 2020 naar 1,6 een generatie
later. De groei was een krimp geworden. Sigrid Kaag had de ‘populatiebom’
ontmanteld.
En er waren
verbeteringen die zo weinig fotogeniek waren dat ze helemaal niet opvielen. In
de jaren twintig en dertig verving men de fluorkoolwaterstoffen uit
airconditionings, een internationale afspraak die men al in 2016 had gemaakt:
een besparing van 90 miljard ton broeikasgas, en uiteindelijk liefst een halve
graad opwarming minder. In Azië gingen boeren hun rijstvelden beter draineren:
de methaanuitstoot nam tot 70 procent af.
En zo verder. In
Afrika en Zuid-Amerika omarmden steeds meer landen en gemeenschappen de kleine,
gesloten kernreactoren die vanaf midden jaren dertig in opkomst waren. In de steden werkte
men aan schonere en overdekte rioleringen, beter openbaar vervoer en fiets- en
wandelvriendelijke binnensteden. In de bouw herontdekte men bamboe als
bouwmateriaal, gebruikte men beton met een lagere kalkgraad en ging men het binnenklimaat
van openbare gebouwen en bedrijfspanden automatisch reguleren. Op het
platteland beplantten boeren hun veeakkers met bomen – ‘silvopastuur’ –
en kale vlaktes met vocht vasthoudende gaobomen. Het waren stuk voor
stuk maatregelen die niet eens per se waren bedoeld voor het klimaat, maar om
de gezondheid te verbeteren, winst te maken of het leven te veraangenamen. Maar
het bijeffect – miljarden tonnen broeikasgas minder – was natuurlijk mooi
meegenomen.
Zo begon de uitstoot
van broeikasgassen na 2031 alsnog te dalen, later dan gehoopt, maar in hoger tempo dan voorzien. Niet als gevolg van
een groots, wereldomspannend masterplan, maar door een opeenstapeling van
duizend-en-een lokale maatregelen, vernieuwingen en ontwikkelingen. In Afrika
en India was de sleutel welvaartsgroei; in het autocratische China gaf de
volksgezondheid de doorslag; in Amerika kwam de duurzaamheid pas goed van de
grond toen staten en bedrijven er onderling om gingen concurreren.
Er was nooit één
oplossing geweest voor het klimaatprobleem; het waren er talloze.
Te somber ingeschat
Natuurlijk, voor de
opwarming van de aarde maakte het aanvankelijk weinig uit. Velen herinneren
zich nog de eerste zomer zonder ijs op de Noordpool in 2042. De dramatische
bekendmaking, een paar jaar later, dat de ondiepe delen van het Great Barrier
Reef voorgoed verloren waren. De grote rendiersterftes van de jaren dertig,
het opdrogen van de Californische en Franse wijnstreken – ja, ooit verbouwde men
wijn in het Rhônegebied – en natuurlijk de evacuatie van historisch Venetië,
vanaf 2047 definitief ongeschikt verklaard voor bewoning.
Maar zelfs hier
schatte men, weten we nu, de zaak in 2020 te somber in. De prognoses van begin
21ste eeuw gingen vaak uit van het somberste scenario, omdat risico-analyses nu eenmaal altijd moeten
uitgaan van het ergst denkbare. 6 graden opwarming in het jaar 2100! Wel 2,5
meter zeespiegel erbij! Maar in werkelijkheid gingen de meer realistische scenario’s ook toen al uit van een opwarming
die zou oplopen tot zo’n 3 graden in het jaar 2100 en een zeespiegel die in dat
jaar hooguit 63 centimeter hoger zou staan.
In werkelijkheid bleek
het mee te vallen. Zo brachten de vulkaanuitbarstingen van de Sabancaya in Peru
en de Ol Doinyo Lengai in Tanzania behalve veel leed ook tijdelijke verkoeling,
en was de zon minder actief, met als gevolg dat de opwarming langzamer ging dan
de klimaatmodellen voorzagen. Toen de magische grens van 2 graden opwarming
werd overschreden, was dat niet tussen 2030 en 2040 zoals men begin 21ste eeuw
nog vreesde, maar pas in het jaar 2063.
Er was nog iets dat
men begin deze eeuw schromelijk onderschatte – namelijk, het
aanpassingsvermogen van de mens. Want geconfronteerd met hittegolven,
overstromingen, noodweer, bosbranden, oogstproblemen, een stijgende zeespiegel
en zwellende rivieren bleef men niet stilzitten, maar bood men, vaak met
boerenverstand, de veranderingen het hoofd.
In Bangladesh gingen
boeren in overstromingsgevoelige gebieden in plaats van kippen eenden kweken,
die blijven bij watersnood tenminste drijven. In India haalde men een duizenden
jaren oude bouwtechniek van woestijnbewoners van stal: bouw onder in het huis
een waterbassin, dat scheelt bij hittegolven wel 20 graden. In het Caribische gebied
bouwde men golfbrekers voor de kust en stormbestendiger huizen, in Zuid-Amerika
beschermde men de kust met brede mangrovebossen en kunstmatige koralen, in andere landen
verbood men eenvoudigweg nog huizen te bouwen in laaggelegen kuststreken.
En in moderne landen
als het onze paste men zich aan met ingenieursvernuft. Denk aan Schiphol in
Zee, dat momenteel voor de kust wordt gebouwd op drijvend beton. Of aan de
drijvende stad die de Nederlandse zeearchitect Koen Olthuis ontwierp, om de
overlevenden van de watersnood van Miami te huisvesten.
Zo bouwend en
innoverend en ploeterend bouwden we de wereld van 2069, het jaar waarin u dit
leest. Volgens de meeste prognoses zal de temperatuur nog wat verder oplopen en
glaciologen zijn bezorgd of de smelt van enkele cruciale gletsjers op Groenland
en Antarctica nog wel te stoppen is. Maar nu steeds meer landen dankzij de
enorme, lucratieve CO2-afvangprojecten die overal ter wereld zijn opgebloeid
meer broeikasgassen aan de dampkring onttrekken dan ze erin stoppen,
waarschuwen klimaatwetenschappers ook dat de temperatuur na 2100 weleens kan
gaan dalen.
En zo komt het dat men
afgelopen weekeinde de straat op ging, in de eerste klimaatmars sinds 2019, met
borden als ‘Stop Global Cooling’ en ‘Red de planeet, ik krijg een kouwe reet!’
Vooral sinds de vorige winter zit de schrik er goed in. Voor het eerst sinds
2012 had Nederland een koudegolf, met alle gevolgen van dien: automobilisten
wier stekker zat vastgevroren in de laadpaal, zonnepanelen die bedekt raakten
onder de sneeuw, drijvende woonwijken met vorstschade.
Toeval natuurlijk,
zo’n koudegolf, benadrukte premier Lotta Crok, ooit ’s werelds eerste
‘junior-fietsburgemeester’ en voorloper in de verduurzaming. Ook in ons warmere
klimaat komen strenge winters nu eenmaal heel af en toe voor. Maar
tegenstanders zijn geschrokken en verwijten haar de industrie de hand boven het
hoofd te houden. Bedrijven als Tata Steel in IJmuiden en Dow Benelux in
Terneuzen verdienen immers miljoenen aan de omzetting van hun CO2-uitstoot
in kunststoffen en chemicaliën.
Ook elders begint de
roep om maatregelen te klinken. Neem de hoogoplopende ruzie tussen Rusland en
de CO2-afvangende golfstaten in het Midden-Oosten. Rusland, bezorgd
dat zijn graanoogsten weer afnemen als het klimaat afkoelt, wil dat de
golfstaten hun reusachtige CO2-afvanginstallaties uitschakelen. Maar
de koolstofsjeiks willen er niets van weten: hun rijkdom berust immers op de
handel in CO2-rechten. Grimmig werd de sfeer toen Saoedi-Arabië
onlangs dreigde een zwavelzuurbom te laten ontploffen boven Rusland, die een
afkoelende mist van zonlicht blokkerende druppeltjes in de stratosfeer zou
verspreiden.
Ook in Amerika is het,
twintig jaar na het uiteenvallen van de Verenigde Staten, weer onrustig. In een
woedende livefeed herhaalde president Donald Trump III van de Verenigde
Republikeinse Staten (VRS) vorige week zijn verwijt dat de Verenigde
Democratische Staten (VDS) verantwoordelijk zijn voor de ‘klimaathysterie’ van
destijds. ‘Straks vriest de Noordpoolroute voor de scheepvaart nog dicht’,
aldus de president, die de VDS verdenkt van een samenzwering met China.
Het is anders gelopen
dan men in 2020 verwachtte – simpelweg omdat de toekomst zich maar zelden goed
laat vangen door de lijnen uit het verleden door te trekken. Het klimaat heeft
de wereld drastisch veranderd, anders dan de klimaatsceptici van destijds
verwachtten. Maar ook de pessimisten kregen ongelijk: ze onderschatten de
flexibiliteit van de mens, onleefbaar of onbewoonbaar is de planeet niet
geworden.
Hadden de mensen van
twee generaties geleden dat maar geweten. Het had ze ongetwijfeld veel
kopzorgen en frustraties bespaard.
Met speciale dank aan
Tom Kram (ECN/PBL), Leo Meyer (Climate Contact Consultancy), Bart Strengers
(PBL) en Detlev van Vuuren (PBL).
Lees verder op de volgende bladzijde…
Verantwoording
Hoewel de hier
geschetste toekomst uiteraard gefingeerd is, zijn veruit de meeste
achterliggende cijfers, ontwikkelingen, namen, technieken en ideeën echt. Dit stuk is dan ook gebaseerd op
tientallen studies, rapporten en artikelen en achtergrondgesprekken met
experts. Omdat de meeste klimaatverhalen die tot ons komen uitgaan van de meest
pessimistische voorstelling van zaken – wat bij een risico-inschatting
logisch is – richt dit stuk zich juist op de middenscenario’s, die misschien
dichter bij de werkelijkheid liggen.
Dieter Helm deed zijn
uitspraak in de Financial Times, Klaas Dijkhoff sprak tegen de Telegraaf, het citaat van David Wallace-Wells komt
uit zijn essay The Uninhabitable Earth, en Amory Lovins deed zijn
uitspraken tegen Clean Energy Wire. Ook de micro-initiatieven, prognoses voor de energiemarkt en zaken als de uitstootcijfers van China zijn echt.
De uitstoot- en klimaatscenario’s waarop dit stuk is gebaseerd zijn
ontleend aan de laatste twee IPCC-rapporten. Veel toekomstscenario’s gaan uit van de hoogste prognose (onder kenners
bekend als RCP 8.5), maar dat scenario is omstreden omdat het uitgaat van onbeperkt beschikbare fossiele brandstoffen en ongebreidelde
uitstootgroei. In dit artikel gaan we uit van een combinatie: tot 2030
haast ongeremde CO2-toename, daarna versnelde matiging naar de
middenscenario's, als allerlei nieuwe technieken tegelijk in werking treden, en
na 2060 in diverse landen zelfs negatieve emissies.
Vier uitstootscenario's. Beeld IPCC
De natuurrampen in
Charleston, Mekka, Washington, Guangzhou, Mumbai, Californië, het Rhônegebied,
Alaska, de Dode Zee en Rio de Janeiro vormen reële dreigingen en zijn ontleend
aan diverse analyses van onder meer de Wereldbank en herverzekeraar Swiss Re. De ijsvrije Noordpool rond 2040, het verval van kwetsbare ecosystemen en koralen en de mogelijk onomkeerbare smelt van enkele grote gletsjers zijn
prognoses van het IPCC.
Ook de menselijke
aanpassingen aan klimaatveranderingberusten op waarheid. De golfbrekers,
bouwverboden aan de kust, mangrovebossen en kunstmatige koralen in het Caribische gebied zijn
gebaseerd op het initiatief Tarea Vida van de
Cubaanse overheid. In India loopt een project om oude woestijnbouwtechnieken te herintroduceren, de eenden in Bangladesh zijn een proefproject, en architect Koen Olthuis van Waterstudio.NL geldt als een
van de grote namen in het bouwen op het water.
Dan de nieuwe
energietechnieken. Zonnecelpasta en zonnestroom opwekkende metaalcoating zijn twee oude dromen, die in onder meer Californië, Boston, Australië en Groot-Brittannië worden verkend. Van de talloze nieuwe batterijontwerpen die momenteel worden ontwikkeld,
horen de grafeenbatterij,
de lithium-air-accu en de siliciumbatterij tot de meest kansrijke. Met het oog op de lengte achterwege gelaten
is onder meer waterstof, dat met name in het vrachtvervoer beloftevol is, en
toepassingen van kunstmatige intelligentie.
De skoonbox is zomaar een
van de vele aardige duurzame ideeën van eigen bodem: voorzie schepen van een
zeecontainer vol opgeladen accu’s zodat ze een deel van hun reis op stroom
kunnen varen. De hyperloop is een soort buizenpost voor vracht- en personenvervoer die in onder
meer Delft steeds serieuzer wordt uitgewerkt.
Beeld Skoon.world
Veel landbouwexperts gaan er vanuit dat er echt een nieuwe
Groene Revolutie nodig is om de wereldbevolking te voeden en klimaatverandering het hoofd te bieden. Zoutresistente rijst werd afgelopen zomer gepresenteerd in China. Reusachtig oliezaad, olifantsgras en
tarwe bestaan nog niet; de technieken om gewassen versneld te laten groeien
worden al wel getest in andere planten. Een grote revolutie in kunstvlees,
gekweekt dierweefsel uit het lab, verwacht de industrie pas over zo’n tien jaar.
De opmars van kernenergie in Afrika, de komst van kleine gesloten kernreactoren en de uitbreiding van kernenergie in China en India worden voorzien door het internationaal atoomagentschap (IAEA). Onder
meer Egypte, Ghana, Kenia, Marokko, Nigeria, Niger en Soedan hebben een formele aanvraag voor kerncentrales ingediend bij IAEA. Pandavormige
zonneweides in China bestaan overigens al.
Zonnepark in China. Beeld Science
De
veronderstelde daling van het kindertal in Afrika is onderwerp
van verhit wetenschappelijk debat. Een overzicht in The Lancet constateerde vorig jaar dat de bestaande
prognoses de bevolkingsgroei consequent
overschatten. Vrouwenemancipatie wordt door veel sociologen en economen inderdaad
gezien als de sleutel tot bevolkingsafname. De aanleg van toiletten,
keukens en waterleidingen duikt in veel analyses op.
De populatiebom
verwijst het zeer beroemde milieuboek The Population Bomb (1968) van Paul
Ehrlich; de titel ‘Hoe de vrouwen de wereld redden’ is een
insidegrapje: lang was het de werktitel waaronder ik dit stuk werd aangekondigd
bij de bijlages van deze krant.
De opgesomde ‘niet
fotogenieke’ technieken, zoals fluorkoolwaterstoffen, silvopastuur,
schonere riolen, andere bouwmaterialen, schonere rijstvelden, autoluwe
binnensteden en automatische gebouwen, zijn ontleend aan de zogeheten Drawdown-lijst, een overzicht van pragmatische
klimaatmaatregelen die deels onafwendbaar zijn. Dat fluorkoolwaterstoffen een
halve graad zou schelen, is een bekende schatting.
De methaanuitstoot
van rijstvelden wordt veroorzaakt door zuurstofloze modderbacteriën.
Door de velden beter door te spoelen, zijn er daarvan minder, wat betere
oogsten geeft en tot 2050 naar schatting zo’n 12 gigaton aan CO2-equivalenten aan broeikasuitstoot minder. Andere maatregelen
zijn: betere bemesting, andere rijstrassen, minder bodemverstoring.
Donald Trump heeft een zoon
én een kleinzoon genaamd Donald. Lotta Crok, dochter van klimaatpublicist
Marcel Crok, werd in Amsterdam vorige zomer echt ’s werelds eerste junior-fietsburgemeester.